De schaduwzijde van 40 jaar voorspoed

Verschenen in Ballustrada, Literair Periodiek, jaargang 30, nr. 3/4 2016.

De storende factor waar ik het over ga hebben, is van grote invloed op ons leven. Je kunt hem vergelijken met een enorme baby die in het zwembad valt. Iedereen eromheen wordt nat. Deze factor heeft, net als een baby, onwetend en op gevoel gehandeld. Hij heeft een brede invloed uitgeoefend omdat hij een grote groep vertegenwoordigt. Tot slot staat het water in het zwembad voor wat we nu nog hebben.

Aanjagers van verandering

Ik heb het over de generatie die vlak na de Tweede Wereldoorlog is geboren. Ze gingen in de jaren zestig van de vorige eeuw de barricades op voor individuele vrijheid en hebben voor grote veranderingen gezorgd in de manier waarop we naar onszelf kijken. Zo heeft de psychologische zorg een enorme ontwikkeling doorgemaakt. In de jaren vijftig vonden artsen homoseksualiteit een ziekte die door het toedienen van elektrische schokken te genezen zou zijn. Nu zouden deze artsen counselors zijn met een persoonsgerichte, therapeutische groep, die begrip en steun aanmoedigen. De maatschappij heeft geleerd om onderlinge verschillen te accepteren.

Oprichters en profiteerders van de consumptiemaatschappij

In de jaren zeventig verruilde deze stormachtige generatie de barricades en schoolbanken voor een plek op het kantoor. Ook daar hadden ze door de macht van hun aantal een impact. Gelukkig voor hen was er volop werk. De wereldeconomie herstelde van de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog, en werk werd nog niet volop naar lagelonenlanden verplaatst. Het geld dat ze verdienden, gaven ze massaal uit. Ze schiepen een maatschappij die er volledig op gericht was om in hun behoeften te voorzien: de consumptiemaatschappij.

Deze consumptiemaatschappij kreeg een boost dankzij de gigantische huizenprijsstijging. Een in de jaren 70 gekocht huis is tegenwoordig 2,5 keer zo veel waard. In cijfers: een woning van (omgerekend naar nu) € 70.000, levert tegenwoordig € 175.000 op. Deze winst incasseerden ze via de banken om in dezelfde consumptiemaatschappij te stoppen. Ze financierden bedrijven die konden uitgroeien tot multinationals die machtiger zijn dan landen.

Zoals gezegd had deze generatie geluk. Ze profiteerden niet alleen van de stijgende werkgelegenheid na de Tweede Wereldoorlog maar ook van de gevolgen van nieuwe technologieën. Zaken als de televisie, computer en draagbare muziek, die wij nu als normaal beschouwen, kwamen vanaf de jaren zeventig op de markt. Zulke innovaties vergrootten de impact van de consumptiemaatschappij, doordat er op nog meer manieren geconsumeerd kon worden.

Naast de technologische waren er ook medische doorbraken, met name in de cardiologie en de behandeling van bepaalde kankersoorten. Op hun oude dag kunnen ze langer en gezonder leven.

In lijn met het consumptiepatroon van deze generatie werden geleidelijk de regels ontmanteld die het leen- en speculatiegedrag van banken in toom moesten houden. De generatie voor hen hadden die ingesteld om een tweede Grote Depressie voorkomen. De jaren 80 en later profiteerden van woekerwinsten, tot aan de recente bankencrisis.

Profiteren (maar niet waarderen) van de rest

Rijk geworden door hun tomeloze consumptiedrift beloonde de maatschappij hen: tegen de tijd dat ze met pensioen gingen, mochten ze met behoud van hun levensstandaard op hun 60ste met prepensioen.

Zoals gezegd hebben ze iedereen in hun omgeving nat gemaakt. Ze hebben de vooroorlogse generatie afgeschilderd als een starre, onderdrukte en alles verzwijgende groep. Ze verwierpen hun sobere, spaarzame levensinstelling en joegen vervolgens hun erfenissen erdoorheen.

'Dank je voor de koekjes en sorry voor de rommel.'

Ze waren nog niet geboren toen de Grote Depressie er was en konden zich daarom niet voorstellen dat zoiets zich voor zou doen. Ze hadden enkel economische vooruitgang meegemaakt. Hun zorgeloze instelling gaven ze door aan de generaties na hen. Die latere generaties hadden echter niet hetzelfde extra geld en dezelfde kansen op de arbeidsmarkt en moesten daarom lenen als ze de levensstandaard waarmee ze waren opgegroeid, wilden handhaven. Zo groeiden er generaties op met een creditcardmentaliteit: consumeer nu, betaal later. Drijfzand, zo zou de vooroorlogse generatie deze instelling noemen.

Iedereen die nu werkt, voelt het gewicht van de enorme baby op hun schouders. In ons pensioenstelsel betalen de werkenden de pensioenen van de gepensioneerden, zodat een kleinere groep de pensioenen van deze grote groep betaalt. Pensioenen die bovendien gebaseerd zijn op de inkomens van een leven van continue economische vooruitgang. Dat dit systeem kraakt, blijkt uit de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67. Iedereen moet nu een paar jaar doorwerken voor de pensioenen van een generatie die én eerder met pensioen is gegaan, én de wind mee had maar verzuimd had om een gemeenschappelijke buffer aan te leggen voor dit te voorziene probleem. Wel heeft ze het voor zichzelf goed geregeld: het vermogen van de gepensioneerden is volgens het CBS (gegevens 2014) bijna twee keer zo groot als de vermogens van alle andere leeftijdscategorieën bij elkaar.

Een ander probleem is de ongekend hoge huizenprijs. Het bruto nationale product (de collectieve lonen) is sinds de jaren 70 namelijk slechts met 1 tot 3% gestegen. Daarom zijn er nu twee inkomens nodig om een huis te kopen, in plaats van één. Starters en alleenstaanden kunnen geen huis betalen en blijven langer bij hun ouders wonen. Kinderen worden door het kinderdagverblijf opgevoed omdat de lasten van een gezingshuishouden niet meer door één persoon te dragen zijn. Als een relatie stukloopt, wordt de woning verplicht verkocht en wordt de restschuld op de voormalige huiseigenaren gevorderd. Van een geweldige investering is een huis een financieel risico geworden. Geen van deze problemen is echter relevant voor de generatie die volop geprofiteerd heeft van de huizenprijsstijging.

De generatie die nu in de schoolbanken zit, ontkomt ook niet aan het zwembadwater. In 1960 lag het collegegeld (omgerekend naar nu) rond de € 600,00 per jaar. Dit hoefde maximaal 4 keer betaald te worden, hoelang er ook gestudeerd werd. De toenmalige generatie protesteerde tegen deze hoge studiekosten en kregen studiefinanciering. Dat systeem is inmiddels uitgehold tot een leensysteem. De collegegelden zijn verhoogd tot € 1984,00 per jaar en er is een langstudeerboete. Het opdoen van kennis is minder toegankelijk geworden.

Zelfs toekomstige generaties zullen merken dat de babyboomers er zijn geweest. De opwarming van de aarde begon rond de industriële revolutie, maar maakte vanaf de jaren 70 pas echt vaart. Toen werd begonnen met het op grote schaal kopen van auto’s en andere consumptiegoederen. De hierdoor veroorzaakte ongekend hoge CO2-uitstoot is sindsdien alleen maar toegenomen. De naoorlogse generatie was zich bewust van de vervuiling maar heeft er te weinig tegen gedaan. Dit probleem wordt nu bij de huidige en toekomstige generaties neergelegd, omdat de mensen die de klimaatverandering in een stroomversnelling hebben gebracht, de gevolgen ervan niet zullen meemaken.

Toch staan ze fier in de deuropening van hun vrijstaande huis en roepen ons met de armen over elkaar toe dat we gewoon moeten doen wat zij gedaan hebben. Dan komt het wel goed.

 

(c) Joris Lenstra