Allen Ginsberg: Liedje
De last van de wereld
      is liefde.
Onder de druk
      van eenzaamheid,
onder de druk
      van ongenoegen
Â
      de last,
de last die we dragen
      is liefde.
Â
Wie kan het ontkennen?
      In dromen
raakt ze
      het lichaam,
in gedachten
      brengt ze
een wonder tot stand,
      in de verbeelding
blijft ze kwellen
      tot haar geboorte
in de mens -
Â
brandend van puurheid
      kijkt ze vanuit het hart -
want de druk van het leven
      is liefde,
Â
maar we dragen de last
      uitgeput,
en moeten daarom uitrusten
in de armen van de liefde
      uiteindelijk,
moeten we uitrusten in de armen
      van de liefde.
Â
Geen rust
      zonder liefde,
geen slaap
      zonder dromen
over de liefde -
      wees gestoord of cool
door engelen bezeten
      of door machines,
de allerlaatste wens
      is om liefde
- kan niet bitter zijn,
      kan het niet ontkennen,
kan haar niet achterhouden
als ze je wordt ontzegd:
Â
de last is te zwaar
Â
      - we moeten geven
zonder iets terug te krijgen
      zoals een gedachte
in eenzaamheid
      wordt geschonken
in alle verhevenheid
      van zijn overdaad.
Â
De warme lichamen
      stralen samen
in de duisternis,
      de hand beweegt
naar het centrum
      van het vlees,
de huid trilt
      vol blijdschap
en de ziel straalt
      vrolijk uit het oog -
ja, ja,
      dat is wat
ik wilde
      wat ik altijd al gewild had,
ik wilde altijd al
      terugkeren
naar het lichaam
waarin ik was geboren.
Â
San Jose, 1954