Allen Ginsberg: Amerika
Amerika ik gaf jou alles en nu ben ik niets.
Amerika twee dollar en zevenentwintig cent op 17 januari 1956.
Ik kan mijn eigen gedachten niet uitstaan.
Amerika wanneer zullen we een eind maken aan de menselijke oorlog?
Val dood met je atoombom.
Ik voel me niet goed laat me met rust.
Ik zal mijn gedicht pas schrijven als ik bij m’n volle verstand ben.
Amerika wanneer zal jij je als een engel weten te gedragen?
Wanneer zal jij je kleren uittrekken?
Wanneer zal jij naar jezelf kijken door het graf?
Wanneer zal jij jouw miljoenen Trotskisten waardig zijn?
Amerika waarom staan jouw bibliotheken vol met tranen?
Amerika wanneer zal jij je eieren naar India opsturen?
Ik heb genoeg van jouw gestoorde eisen.
Wanneer kan ik de supermarkt binnengaan en kopen wat ik nodig heb met mijn knappe uiterlijk?
Amerika uiteindelijk zijn jij en ik perfect en niet de volgende wereld.
Jouw machines zijn te veel voor mij.
Jij was de reden dat ik een heilige wilde zijn.
Er moet een mogelijkheid zijn om het alsnog uit te praten.
Burroughs zit in Tanger ik geloof niet dat hij terug zal komen het is onheilspellend.
Ben jij kwaadaardig of houd je mij voor de gek?
Ik probeer je duidelijk te maken wat ik bedoel.
Ik zal mijn obsessie niet opgeven.
Amerika stop met aandringen ik weet wat ik doe.
Amerika de pruimenbloesems vallen.
Ik heb al maanden geen krant gelezen, iedere dag staat er iemand voor moord terecht.
Amerika ik word sentimenteel als ik aan de Wobblies denk.
Amerika ik was een communist toen ik een kind was en ik heb er geen spijt van.
Ik steek altijd een joint op als ik er een kan krijgen.
Ik zit dagenlang thuis en staar naar de rozen in de kast.
Als ik naar Chinatown ga word ik dronken maar ga nooit met iemand naar bed.
Ik weet het nu zeker, er komen zware tijden aan.
Je had me moeten zien toen ik Marx las.
Mijn psycholoog denkt dat ik volkomen gelijk heb.
Ik wil het Onze Vader niet opzeggen.
Ik ervaar mystieke visioenen en kosmische vibraties.
Amerika ik heb je nog steeds niet gezegd wat je Oom Max aandeed nadat hij uit Rusland overkwam.
Â
Ik heb het tegen jou.
Laat jij je gevoelsleven door Time Magazine bepalen?
Ik ben geobsedeerd door Time Magazine.
Ik lees het elke week.
De cover staart me aan telkens als ik langs de snoepwinkel glip op de hoek van de straat.
Ik lees het in de kelder van de openbare bibliotheek van Berkeley.
Ze hebben het altijd over verantwoordelijkheid. Zakenlui zijn serieus. Filmproducenten zijn serieus. Iedereen is serieus behalve ik.
Ik heb de indruk dat ik Amerika ben.
Ik ben weer tegen mezelf aan het praten.
Â
Azië komt tegen mij in opstand.
Het ziet er niet goed voor mij uit.
Ik kan maar beter kijken wat mijn nationale hulpbronnen zijn.
Mijn nationale grondstoffen bestaan uit twee goed gevulde joints miljoenen geslachtsorganen een persoonlijke bibliotheek die niet te publiceren valt en met 2250 kilometer per uur rondgaat en vijfentwintigduizend psychiatrische instellingen.
Ik zeg niets over mijn gevangenissen of over de miljoenen kansarmen die in mijn bloempotten wonen onder het licht van vijfhonderd zonnen.
Ik heb de hoerenkasten van Frankrijk afgeschaft, nu volgt Tanger.
Ik wil president worden ook al ben ik katholiek.
Â
Amerika hoe kan ik een heilige litanie schrijven als jij je zo onnozel gedraagt?
Ik zal doorgaan als Henry Ford mijn strofen zijn zo net eigen als zijn auto’s beter nog ze hebben allemaal een ander geslacht.
Amerika ik zal jou strofen gaan verkopen $2500 per stuk $500 als aanbetaling voor je oude.
Amerika laat Tom Mooney vrij.
Amerika red de Spaanse republikeinen.
Amerika Sacco en Vanzetti moeten niet sterven.
Amerika ik ben de jongens van Scottsboro.
Amerika op mijn zevende nam mama mij mee naar de bijeenkomsten van een communistische cel ze verkochten er kikkererwten je kreeg een handje per kaartje een kaartje kostte een stuiver en de toespraken waren gratis iedereen was puur en sentimenteel over de arbeiders het was zo gemeend je weet niet hoe goed de partij in 1835 was Scott Nearing was een imposante oude man een echte mensch Ella Bloor bracht me aan het huilen ik zag ooit Israel Amter gewoonweg. Iedereen moest er een spion zijn geweest.
Amerika je wil niet echt oorlog gaan voeren.
Amerika dat komt door de slechte Russen.
De Russen de Russen en de Chinezen. En de Russen.
Het Rusland wil ons levend opeten. Het Rusland is machtsgeil. Zij wil onze auto’s uit onze garages weghalen.
Zij wil Chicago pakken. Zij heeft een rode Reader’s Digest nodig. Zij wil onze autofabrieken in Siberië. Hij een grote bureaucratie die onze tankstations beheert.
Dat niet goed. Ugh. Hij zal de Indianen keren lezen. Hij heeft grote zwarte negers nodig. Ha. Zij zal ons allemaal zestien uur per dag aan het werk zetten. Help.
Amerika dit is geen grap.
Amerika dit is de indruk die ik heb als ik naar de tv kijk.
Amerika is dit juist?
Ik kan maar beter meteen de zaak aanpakken.
Het is waar dat ik niet in het leger wil of een draaibank in een fabriek voor precisieonderdelen wil bedienen, ik ben trouwens bijziend en psychopathisch.
Amerika ik zet mijn eigen schouder tegen het wiel.
Â
Berkeley, 17 januari 1956